Bruce V. Malchow, "A Manual for Future Monarchs" in The Catholic Biblical Quarterly Vol. 47, No. 2 (April, 1985), p. 238-245, https://www.jstor.org/stable/43719220
Ricardo Tavares, Eine königliche Weisheitslehre?: Exegetische Analyse von Sprüche 28–29und Vergleich mit den ägyptischen Lehren Merikaras und Amenemhats, Zurich Open Repository and Archive (2007), https://doi.org/10.5167/uzh-143062
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Een wijs man, met een dwaas man in rechten zich begeven hebbende, hetzij dat [21]hij beroerd is of lacht, zo is er toch geen [22]rust. 21. Te weten de wijze man. De zin is, hetzij hij zich toorniglijk, hetzij vriendelijk aanstelt, het is eveneens. Anderen verstaan dit van den dwaas, die nu gram wordt en dan lacht, maar al met enerlei bezwaarlijke uitkomst. 22. Te weten van het geschil. Want de dwaze zal altijd nog uitvlucht zoeken en wat in te brengen hebben.